Skip to content

Update vanaf 2024: uitbreiding van flexi-jobs naar 12 nieuwe sectoren


De federale regering heeft een akkoord bereikt over de uitbreiding van het flexi-statuut naar twaalf nieuwe sectoren. Voor wie in het systeem actief is, komt er bovendien een sterkere sociale bescherming. Deze aanpassingen waren een belangrijk punt van discussie in de recente begrotingsonderhandelingen.  Let op, de inhoud van deze blog is gebaseerd  op informatie die op dit moment beschikbaar is. Indien er nieuwe informatie beschikbaar komt, zal deze aan de blog worden toegevoegd.

De flexi-jobs werden in december 2015 in België geïntroduceerd in de horeca en spelen sindsdien een belangrijke rol in de creatie van flexibele werkgelegenheidsopties voor gepensioneerden en personen die minstens 4/5 loontrekkende zijn. Het systeem werd zowel in 2018 als 2023 verder uitgerold naar een nieuwe reeks sectoren. Momenteel hebben in België zo'n 125.000 mensen een flexi-job.

Nieuwe sectoren vanaf 2024

 

In 2024 komen er nog eens twaalf sectoren bij. Het gaat daarbij onder andere over de kinderopvang, het onderwijs, de voedingsindustrie en de autosector. Dat opent uiteraard veelbelovende nieuwe perspectieven voor werknemers of gepensioneerden die op zoek zijn naar een extra inkomen en voor werkgevers die behoefte hebben aan flexibel personeel. Het betekent automatisch dat veel meer mensen zullen kunnen profiteren van de grote troeven van het flexi-jobsysteem.

 

 
Oplijsting van de huidige sectoren (2023): 
  • Horeca - PC 302
  • Zelfstandige kleinhandel - PC 201
  • Bakkerijen - PSC 118.03 - RSZkengetal 058
  • Warenhuizen - PC 312
  • Kappersbedrijven en schoonheidszorgen - PC 314
  • Zorgsector - PC 330 - Openbare instellingen of diensten in de sector gezondheidszorg met de NACE-code 86101, 86102, 86103, 86104, 86109, 86210, 86901, 86903, 86905,86906, 86909, 87101, 87109, 87301 of 87302. 
  • Sector van sport - PC 223
  • Exploitatie van bioscoopzalen - PC 303.03
  • Handel in voedingswaren - PC 119
  • Bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren - PC 202
  • Middelgrote levensmiddelenbedrijven - PsC 202.01
  • Grote kleinhandelszaken - PC 311
Oplijsting van de twaalf nieuwe sectoren (2024):
  • Onderwijs - nog aan te duiden NACE-codes
  • Kinderopvang - PC 331 en de publieke sector (nog aan te duiden NACE-codes) 
  • Publieke sport- en cultuursector met uitsluiting van artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers (nog aan te duiden NACE-codes)
  • Busvervoer - PsC voor de autobussen en autocars (PC 140.01)
  • Autosector - PC voor het garagebedrijf (PC 112)
  • Eventsector - uitbreiding naar de ondernemingen die een hoofdactiviteit hebben in één van volgende NACE-codes: 90011, 90012, 90022, 90023, 90029, 90031, 90032, 90041, 90042, 82300, 93199, 77292, 77293, 77392, 77399 en 82300, met uitsluiting van artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers. De betrokken ondernemingen mogen enkel gebruik maken van flexi-jobs voor activiteiten die betrekking hebben op de organisatie van evenementen.
  • Land- en tuinbouw en aannemers van land- en tuinbouwwerken en loonsproeiers - PC144, PC145 en PC132
  • Rijscholen en opleidingscentra - Aanvullend paritair comité voor de bedienden en NACE-code 85.531 (PC 200)
  • Begrafenisondernemers - PC 320 
  • Vastgoed - PC voor de voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC323)
  • Verhuizers - PsC voor de verhuizing (PC 140.05)
  • Voedingsindustrie: voor deze PsC's
    • Industriële- en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de konsumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij (PSC 118.03)
    • Brouwerijen en mouterijen (PSC 118.07)
    • Drankennijverheid (PSC 118.08)
    • Groentenijverheid (PSC 118.09)
    • Vruchtennijverheid (PSC 118.10)
    • Vleesnijverheid (PSC 118.11)
    • Zuivelproducten (PSC 118.12)
    • Chocoladefabrieken – suikerbakkerij (PSC 118.14)
    • Aardappelverwerkende nijverheid (PSC 118.21)
    • Aardappelschilbedrijven (PSC 118.22)

In de genoemde sectoren hebben de sociale partners de mogelijkheid om, via een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), te beslissen of ze flexi-jobs al dan niet willen toelaten (het "opt-out principe"). In sectoren waar flexi-jobs momenteel al worden gebruikt, is er geen optie om ze uit te sluiten.

In andere sectoren die niet hierboven zijn genoemd, hebben de sociale partners daarentegen de mogelijkheid om, via een sectorale CAO, overeen te komen om flexi-jobs in te voeren (het "opt-in principe"). Hiermee kunnen ze beslissen of ze flexi-jobs willen implementeren in hun specifieke sector.

In sectoren onder regionale bevoegdheid is de invoering of uitsluiting van flexi-jobs afhankelijk van goedkeuring door de betrokken regionale overheid. De opt-in en opt-out worden geregeld via een koninklijk besluit dat alleen kan worden vastgesteld met unaniem advies van het relevante paritair (sub)comité, wat betekent dat alle betrokken partijen het erover eens moeten zijn voordat deze beslissing wordt genomen.

 

Voordelen voor de werknemer

Het flexi-statuut biedt aanzienlijke voordelen voor loontrekkenden en voor gepensioneerden die op een flexibele basis nog een paar dagen per week willen blijven werken. Het systeem is fiscaal interessant, met een brutoloon dat gelijk is aan het nettoloon. Je betaalt als werknemer dus geen belastingen of sociale bijdragen. Daarnaast behoud je als flexi-jobber al je sociale rechten en ontvang je vakantiegeld.

 

Flexi-jobbers zullen vanaf 2024 ook van de sectorale barema's kunnen genieten, met uitzondering van de horeca. In de meeste gevallen zal het vastgelegde minimumloon bijgevolg hoger liggen dan de huidige 11,81 euro per uur. Wel komt er voor loontrekkenden een inkomensplafond van ongeveer 12.000 euro per jaar. Zij worden dus alleen belast op de inkomsten boven dat bedrag. Dit plafond voor flexi-jobinkomsten zal pas worden ingevoerd wanneer er een online tool beschikbaar is waarmee flexi-jobbers hun verdiende flexi-loon in real-time kunnen volgen gedurende het lopende inkomstenjaar. Hierdoor kunnen ze tijdig worden geïnformeerd als ze de vastgestelde inkomstenlimiet dreigen te overschrijden.

Beperkingen en regels rond flexi-jobs

Voor wettelijk gepensioneerden, ouder dan 65 jaar is er geen inkomensplafond. Zij mogen dus bijverdienen via een flexi-job zonder limiet.

Om te voorkomen dat personen ervoor kiezen om met vervroegd wettelijk pensioen te gaan en vervolgens extra inkomsten te genereren via flexi-jobs, zijn er beperkingen ingesteld met betrekking tot de inkomsten. Voor gepensioneerden die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt, is het maximumbedrag dat ze per jaar bruto mogen verdienen via flexi-jobs vastgesteld op 7.190 EUR. Van de huidige drempel van 9.236 EUR bruto per jaar mag dus maximum 7.190 EUR bruto bestaan uit inkomsten uit flexi-jobs.

Om ervoor te zorgen dat deze regeling wordt gehandhaafd en gecontroleerd, wordt er een systeem geïmplementeerd waarbij gegevens worden overgedragen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) naar de Federale Overheidsdienst Pensioenen (FOD Pensioenen). Dit maakt het mogelijk om het specifieke plafond voor inkomsten uit flexi-jobs nauwlettend te monitoren en te handhaven.

In België kan een werknemer geen flexi-job uitoefenen bij een onderneming die volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen als verbonden wordt beschouwd aan de onderneming waarbij de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor minimaal 4/5 van een voltijdse baan. Bovendien mag in het kwartaal waarin een flexi-job wordt uitgeoefend, de werknemer niet gelijktijdig via een andere arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever tewerkgesteld zijn. Deze regels zijn bedoeld om misbruik van het flexi-jobstelsel te voorkomen. Wanneer personen overschakelen van voltijds naar 4/5e tewerkstelling, mogen ze pas vanaf het 3de kwartaal een flexi-job uitoefenen. 

Voordelen voor de werkgever

De meerwaarde van een gepensioneerde flexi-jobber voor u als werkgever? Die is bijzonder groot! 

  • Ze zijn een oplossing voor de hedendaagse krapte op de arbeidsmarkt.
  • Gepensioneerde flexi-jobbers werken alleen nog omdat ze daar zin in hebben. Ze zijn heel gemotiveerd en zetten zich extra in om aan de verwachtingen te voldoen. 

  • Ze streven naar langdurige samenwerkingen. Het zijn mensen op wie je echt kan rekenen. Daarnaast hebben ze veel ervaring en een sterke werkethiek.  

  • Gepensioneerde flexi-jobbers zijn flexibel inzetbaar en ideaal om piekperiodes op te vangen. Bovendien zijn ze kosteneffectief: je krijgt de kans om tegen lagere arbeidskosten betrouwbare medewerkers aan te trekken. De werkgeversbijdrage bedraagt vanaf 2024 28% van het nettoloon.

Het is dan ook geen toeval dat uit een recente studie van SD Worx (september 2023) blijkt dat flexi-jobs relatief gezien het meest succes hebben bij de 60-plussers.

Lijkt dit ook iets voor jou?

Hier vertellen we je hoe je als flexi-jobber bij Nestor aan de slag kan. En hier verneem je wat het voor jou als werkgever betekent om flexi-jobbers in te schakelen.

 

Bron: © Group S