Wouter Torfs (66), is al meer dan een jaar met pensioen. En toch heeft Nestor, het uitzendkantoor voor 60+ en gepensioneerden, hem verzocht om een radiospot in te spreken die in september te horen zal zijn op Studio Brussel. Want ondernemerschap gáát niet met pensioen. Het inspireerde Nicolas Moerman, medezaakvoerder en -oprichter van Nestor, ook om met de gewezen CEO van Schoenen Torfs een stevige boom op te zetten over de positie van ouderen op de arbeidsmarkt.
Dag Wouter, kende je Nestor al toen we je voor deze radiospot vroegen?
Wouter Torfs: "Eigenlijk niet. Ik ben ook helemaal geen geschoold stemacteur en was dus eerst wel wat verwonderd. Maar toen ik vernam waar Nestor voor staat, was ik meteen heel enthousiast. Ik voelde me echt aangesproken door de maatschappelijke relevantie van jullie visie en project: Nestor reikt een concrete oplossing aan voor een groot probleem op de arbeidsmarkt, een probleem waarmee ik zelf ook vele jaren heb geworsteld. Letterlijk iedereen is tegenwoordig permanent op zoek naar nieuwe krachten. Ik heb dan ook niet lang over jullie vraag moeten nadenken. Ik wou dit met alle plezier doen."
Wat vind je van onze boodschap dat ondernemerschap niet met pensioen gaat?
Wouter Torfs: "Ik kan me daar perfect in vinden. Officieel ben ik met pensioen, maar ik zie me echt niet hele dagen mijn gazon maaien. Ik heb daar een tuinman voor en die kan dat veel beter dan ik. Mijn vader vond zijn pensioen fantastisch: hij is meteen volop beginnen golfen en reizen. Maar aan mij is dat soort leven totaal niet besteed. Ik heb een break van één maand genomen. Daarna was ik opgelucht dat ik weer aan de slag kon."
In die zin verschil je niet van de ruim 70.000 Nestors in onze database: dat zijn stuk voor stuk mensen die heel graag nog willen werken. Omdat het hen nog altijd veel voldoening geeft. Omdat ze zin hebben om eens een totaal andere sector te leren kennen. Of gewoon omdat ze nood hebben aan sociaal contact.
Wouter Torfs: "Ik begrijp dat helemaal. Mensen willen relevant blijven en zich nuttig en gewaardeerd voelen. Voor je het weet, zit je als een kamerplant in een hoekje weg te kwijnen, afgeserveerd en afgeschreven. Dat kan echt snel gaan. Als je het gevoel krijgt dat je er niet meer bijhoort en dat de wereld verder draait zonder jou … Gelukkig kan je tegenwoordig als oudere wel degelijk nog iets op de arbeidsmarkt betekenen. Dat was vroeger wel even anders. Twintig jaar geleden kon je in Paritair Comité 311, waar ook Schoenen Torfs onder valt, zonder enig probleem op je 56ste met brugpensioen. En soms zelfs nog vroeger. De mentaliteit was toen gewoon zo: de mensen snakten daar echt naar en de werkgevers gingen daar gretig in mee. Er was een algemene consensus dat dit voor iedereen de beste oplossing was."
Dat kan je je nu bijna niet meer voorstellen.
Wouter Torfs: "We kunnen het ons niet meer permitteren, want er staat niemand meer klaar om het werk over te nemen. De tijd dat je bij een vacature uit 20 goede kandidaten kon kiezen, ligt al lang achter ons. Je moet roeien met de riemen die je hebt. We hebben wat dat betreft echt wel een klik moeten maken. 35 jaar geleden was het ondenkbaar dat mijn vader een verkoopster jonger dan 30 zou hebben aangenomen. Zeker vanaf je 40ste was je zogezegd te oud, te duur en onvoldoende flexibel. Dat is gelukkig helemaal veranderd. De werkgevers hebben eindelijk ingezien dat ouderen een onschatbare ervaring hebben. Daar wil je tegenwoordig zo lang mogelijk van kunnen genieten. Vroeger konden oudere lassers en metaalbewerkers nergens meer terecht, nu wordt er om hen gevochten."
Toen Nestor in 2016 begon, mikten we op 50-plussers en gepensioneerden. Die leeftijdsgrens hebben we sindsdien al gevoelig moeten optrekken. Vijftigers liggen tegenwoordig weer heel goed in de markt, gewoon omdat ze hard nodig zijn.
Wouter: "En het blijft opschuiven, want ook de begrippen 'zestigplussers' en 'werken' worden vandaag meer en meer in één adem genoemd. Alleen is het nog te vaak een kwestie van 'moeten'. Ik geloof persoonlijk meer in de 'carrot' dan in de 'stick': je kan beter de mensen die langer willen werken belonen dan hen die willen stoppen straffen. Daarom vind ik het systeem van de flexi-jobs zo positief. Daar is het brutoloon gelijk aan het nettoloon: dat kan zeker mensen over de streep helpen."
Nestor heeft inderdaad veel zestigers en zelfs zeventigers in dienst die zich nog te fit voelen om helemaal niets meer te doen. Een flexi-job waarin ze zich 1 à 2 dagen per week helemaal kunnen 'smijten', vinden ze ideaal. Het extra centje dat ze daarmee verdienen, is dan weer leuk meegenomen om zich af en toe wat extra luxe te kunnen permitteren.
Wouter Torfs: "Zeker weten! Bij Schoenen Torfs vragen we nu geregeld aan mensen die met pensioen vertrekken om nog een tijdje deeltijds als flexi-jobber aan de slag te blijven. Een grote meerderheid grijpt die kans met beide handen. De jongere collega's zijn daar doorgaans heel blij om, want ze beseffen maar al te goed dat ze nog veel van hen kunnen leren. Ook de klanten vinden het super dat oudere medewerkers er overduidelijk nog zin in hebben. En dat straalt automatisch positief af op het bedrijf. Want een plek waar mensen zelfs na hun pensioen blijven plakken, daar moet het toch écht wel goed zijn, niet?"
Exact, een pensioen hoeft effectief helemaal geen afscheid te zijn. Je kan er evengoed voor kiezen om te blijven samenwerken maar dan aan een lager ritme. De praktijk leert ons dat veel medewerkers zich dan enorm gewaardeerd voelen en super gemotiveerd zijn om het beste van zichzelf te blijven geven.
Wouter Torfs: "Dat merkten wij bij Schoenen Torfs dus ook. Sterker nog: onze gepensioneerde flexi-jobbers vinden het zelfs geen probleem om op heel korte termijn te worden opgebeld als we plots iemand te kort komen. Zelfs weekendwerk doen ze met de glimlach, want ze hebben heel hun leven niets anders gekend. Zij zijn blij dat ze dat kunnen doen en voor ons is het een enorme hulp. De vrouw van onze tuinman wordt volgend jaar 70 maar is nog altijd een topverkoopster. Ze zegt zelf: 'Pak me dit alsjeblieft niet af. Hoe zou ik me anders godganse dagen moeten bezighouden?' Onze oudste flexi-jobber, Rita, is zelfs al 80 jaar. Wel, ze moet nog altijd voor niemand onderdoen. Je moet haar uiteraard geen vrachtwagen meer laten lossen. Maar een klant goed adviseren? Dat kan ze nog even goed als 30 jaar geleden. Ze is nog altijd even gepassioneerd door de producten waarmee ze werkt. Voor een werkgever is dat veel belangrijker dan de leeftijd die op haar identiteitskaart staat. Vandaag hebben veel bedrijven de mond vol over inclusie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wel, oudere mensen de kans geven om nog wat langer actief te blijven, valt daar voor mij ook onder."
De clou om de loopbaan van je oudere medewerkers wat te rekken, is job crafting. Je kan zestigplussers misschien niet exact hetzelfde vragen als iemand van 35, maar ze kunnen absoluut nog veel voor jou betekenen.
Wouter Torfs: "Dat klopt en veel bedrijven kunnen daar ongetwijfeld nog grote stappen in zetten. In de retail kan je er bijvoorbeeld perfect voor kiezen om mensen met kleine kinderen maximaal tijdens de schooluren te laten werken. In het weekend kan je dan bij voorkeur medewerkers inschakelen die in een andere levensfase zitten en het net fijn vinden om op weekdagen vrij te zijn. Als je daarentegen eist dat iedereen zich op alle mogelijke momenten vrij moet kunnen maken, zullen veel potentieel geïnteresseerden afhaken."
Op veel hr-afdelingen moeten de geesten nog wat rijpen. Het vraagt een beetje meer creativiteit bij de rekrutering, maar je krijgt er veel terug.
Wouter Torfs: "Nu moeten de mensen zich nog veel te vaak plooien naar de vereisten van de job, terwijl het eigenlijk omgekeerd zou moeten zijn: stem het takenpakket af op de mogelijkheden en talenten van de persoon en je zal veel betere resultaten boeken. Ik heb toch wel de indruk dat bedrijven daar steeds meer oog voor beginnen te krijgen. En het opent zeker ook perspectieven voor ouderen. Waarom zou je hen niet specifiek op hun sterke punten uitspelen en hen bevrijden van taken die hen minder goed liggen? Dan spelen de vooroordelen die je vaak over hen hoort - dat ze trager zijn of digitaal niet meer meekunnen - op slag totaal geen rol meer."
Inderdaad, jouw standpunt bevestigt wat we bij Nestor al langer weten: Ouderen hebben nog heel wat te bieden op de snel veranderende arbeidsmarkt. Wanneer we flexibel omgaan met hun talenten en wensen, kunnen we hen actief houden, wat zowel henzelf als hun werkgevers ten goede komt. Zoals Wouter in de radiospot zegt: "Ondernemerschap gaat niet met pensioen" – en dat geldt net zo goed voor de waardevolle bijdragen die ouderen blijven leveren.
Hartelijk dank voor dit inspirerende gesprek!